-
1 het gepast achten om te handelen
het gepast achten om te handelenDeens-Russisch woordenboek > het gepast achten om te handelen
-
2 handelen
действовать; поступить; торговать, вести торговлю (дела)* * *(d)1) действовать, поступать2) торговать, вести торговлю (in —чем)•* * *гл.общ. поступать, торговать, действовать, вести торговлю (in-чем-л-) -
3 in strijd met het gezond verstand handelen
in strijd met het gezond verstand handelenDeens-Russisch woordenboek > in strijd met het gezond verstand handelen
-
4 in strijd met het gezond verstand handelen
in strijd met het gezond verstand handelenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > in strijd met het gezond verstand handelen
-
5 naar de ingeving van het ogenblik handelen
прил.Dutch-russian dictionary > naar de ingeving van het ogenblik handelen
-
6 boekhandel
boekhandel————————1 [het uitgeven en verhandelen] book trade/business2 [winkel, zaak] Bbookshop3 [boekhandelaars] booksellers -
7 handel
♦voorbeelden:buitenlandse handel • foreign commerce/tradeeen levendige handel • brisk tradevrije handel • free tradezwarte handel • black marketzwarte handel drijven in • profiteer inde handel bloeit/kwijnt • business is flourishing/declininghandel drijven (met/op) • do business (with)de handel in graan • the corn-tradein de handel gaan • go into businesshandel in verdovende middelen • drug traffickingin de handel komen • come on(to) the marketiets in de handel brengen • put something on(to) the marketeen boek uit de handel nemen • take a book off the market -
8 navolging
♦voorbeelden:in navolging van mijn voorganger • following/in imitation of my predecessor -
9 effectenhandel
1 〈 het handelen〉 stockbroking, stockjobbing; 〈 de handel〉 stock market, trade in (stocks and) shares -
10 doen
doen1〈 het〉♦voorbeelden:dat is geen manier van doen • that's no way to behavein goeden doen zijn • be well offuit zijn gewone doen zijn • not be one's normal selfergens mee van doen hebben • have (something) to do withvoor hun doen, … • for them, …; …, consideringdat is geen doen • that can't be done————————doen22 [ergens plaatsen] put3 [laten ondergaan] make, do4 [kosten, opbrengen] do ⇒ go for5 [schoonmaken] do ⇒ clean6 [bereizen, bezichtigen] do ⇒ visit7 [+ het] [gewenste (uit)werking hebben] work8 [+ onbepaalde wijs] [laten] make♦voorbeelden:een uitspraak doen • pronounce (on)uitspraak doen • pass judgementdoe mij maar een witte wijn • for me a white wine, I'll have a white wineik geef 't je te doen • it's quite a jobwat kom jij doen? • what do you want?iemand iets doen toekomen • send someone somethingze doet het erom • she does it on purposezij deed niets dan praten • she did nothing but talkwat doet hij (voor de kost)? • what does he do (for a living)?moet je wat doen? • do you have to go (somewhere)?er is niets tegen te doen • nothing can be done (about it), there's nothing to be donehij heeft het meer gedaan • he has done it beforezoiets doe je niet • you (just) don't do that (sort of thing)veel/weinig te doen hebben • have a lot/little to dowat is hier te doen? • what's going on here?ik weet niet waar ze het van doen • I don't know how they do itvergeet niet om … Doe ik • don't forget to … Will dodat doet me plezier • I'm glad about thatiemand verdriet/pijn doen • hurt someone, cause someone grief/painhet deed me niets • I couldn't have cared lessdie muziek doet me niets • I don't care for that musiczo'n ervaring doet je wat • such an experience moves/gets you4 wat moet dat boek doen? • how much do you want for that book?de tv doet het niet meer • the TV is out of orderdat doet het hem • that makes all the differenceiemand iets doen geloven • lead someone to believe somethinghij deed van zich spreken • he had people talking about himwe weten wat ons te doen staat • we know what (we are) to dodat moet je altijd doen • that's something you should always dodaar kan hij het mee doen • he can put that in his pipe and smoke iter het zwijgen toe doen • not say a worddat doet er niets toe • that's beside the pointer niets aan kunnen doen • not be able to help itkan ik er iets aan doen! • I can't help it!er is niets aan te doen • there's nothing to do about it, it can't be helpedmet iemand te doen hebben • feel sorry for someonehet is hem te doen om • he is out to (do something)niets aan te doen • can't be helpedte niet doen • undo, nullifyzich aan iets te goed doen • do (oneself) well on something2 [bezig zijn met] do, be3 [handel drijven] do ⇒ deal♦voorbeelden:gewichtig doen • act importantdoe maar net of ik er niet ben • just pretend I am not hereniet doen! • don't (do that)!doen alsof • pretendje doet maar • 〈 vaak ironisch〉 go ahead, suit yourselfaan sport doen • do/take part in sport(s)aan de lijn doen • be dietinghij doet lang over dat boek • he is taking a long time over that book -
11 belang
♦voorbeelden:in zijn eigen belang handelen • agir en fonction de ses intérêtsiemands belangen behartigen • défendre les intérêts de qn.belang bij iets hebben • avoir intérêt à qc.belangen hebben in een onderneming • avoir des intérêts dans une entreprisebelang stellen in iets, iemand • s'intéresser à qc., qn.geen belang meer stellen in • se désintéresser dein het belang van de zaak • pour le besoin de la causebelang hechten aan • attacher de l'importance àvan belang zijn • importerdat is van geen enkel belang • cela n'a aucune (espèce d')importance -
12 in
in1I 〈 bijwoord〉2 [van tijd] in3 [van plaats/toestand] in ⇒ inside4 [als versterking van ‘tegen’] 〈zie voorbeelden 4〉♦voorbeelden:ergens in en uit lopen • run in and out of a placetegen het verbod in • in defiance of the banII 〈 bijvoeglijk naamwoord〉1 [binnen] in2 [populair] in♦voorbeelden:2 lange rokken waren/raakten in • long skirts were/came in————————in2〈 voorzetsel〉1 [met betrekking tot een plaats] in ⇒ at2 [met betrekking tot een richting] into4 [met betrekking tot een hoeveelheid/omvang] in5 [met betrekking tot een mate/graad/snelheid] in6 [met betrekking tot een toestand/omstandigheden] in7 [met betrekking tot een verandering/gevolg] in ⇒ to, into♦voorbeelden:puistjes in het gezicht • pimples on one's facehij is in huis • he's insidein heel het land • throughout/all over the countryhij is nog nooit in Londen geweest • he's never been to Londonhij woont in de stad • he lives in townin heel de stad • in the whole/entire townin ‘The King's Arms’ logeren • stay at ‘The King's Arms’hij zat niet in die trein/dat vliegtuig • he wasn't on that train/planehij is de stad in • he has gone to/into towndiep in de nacht • deep into the nighteen keer in de week • once a weekin 1994 • in 1994er gaan 100 cm in een meter • there are 100 centimetres to a metretwee meter in omtrek • two metres in circumferencein tweeën snijden • cut in twoin een rustig tempo • at an easy pacein het Japans vertalen • translate into Japanesehandelen in koffie • deal in coffeeprofessor in de natuurkunde • professor of physicsin slaap • asleepzij is goed in wiskunde • she's good at mathematics -
13 juist
3 [correct] correct♦voorbeelden:1 de juiste tijd • the right/correct timejuist! • exactly!precies op het juiste ogenblik • at the right/proper momentis dit de juiste spelling? • is this the right spelling?juist handelen • act correctly4 een juiste beloning • a just/fair rewardII 〈 bijwoord〉1 [precies; met name] just, exactly, of all times/places/people/ 〈enz.〉; 〈 in tegenstellingen〉 no, on the contrary2 [zoëven] just♦voorbeelden:gelukkig? ik ben juist diepbedroefd! • happy? no, I'm terribly sad!daar zit nu juist de fout • that's precisely where the mistake liesdaarom juist • that's exactly why〈 klagend〉 waarom juist hier? • why here (of all places)?de bal ging juist naast • the ball just missedjuist nu komen ze hun geld terugvragen • now of all times they come asking for their money backjuist nu moeten we zien door te zetten • now is precisely the time when we have to push onjuist op dat ogenblik kwam zij binnen • just/right at that moment she came indat is het (hem nu) juist! • that's (just) it! -
14 overgaan
2 [gaan van de ene plaats naar de andere] move (over)3 [van eigenaar veranderen] transfer, pass5 [bevorderd worden] move up6 [veranderen in] change, convert ⇒ turn7 [beginnen met, gaan gebruiken] 〈 beginnen met〉 move on to, proceed to, turn to; 〈 gaan gebruiken〉 change (over) (to), switch (over) (to)9 [in een andere stand gebracht worden] switch (over) 〈 wissels〉; 〈 in werking gebracht worden〉 be activated, go; ring 〈 van een bel〉♦voorbeelden:de brug overgaan • go over/cross (over) the bridge3 van vader op zoon overgaan • pass (down)/be handed down from father to sonvan de vierde naar de vijfde klas overgaan • move up from the fourth to the fifth formovergaan van vaste in vloeibare vorm • turn from solid into liquid formovergaan tot de orde van de dag • proceed to the order of the daytot de aanval overgaan • take the offensive, (begin to) attackovergaan tot de aanschaf van/het gebruik van … • start buying/using …overgaan tot strenge maatregelen • (decide to) take firm stepstot handelen overgaan • proceed to actiontot daden overgaan • take actionvan het ene op het andere onderwerp overgaan • switch (about) from one subject to anotherdie regenbui/het schandaal zal wel overgaan • that shower of rain/the scandal will blow over -
15 druk
druk1〈de〉♦voorbeelden:een gebied van hoge druk • un anticyclonedruk uitoefenen • faire pression (sur)iemand onder druk zetten • faire pression sur qn.onder druk leven • vivre sous tensiononder de druk der omstandigheden handelen • agir sous la pression des circonstanceseen druk op de knop is voldoende • il suffit de presser le boutonoorlog door een druk op de knop • guerre presse-boutonin druk verschijnen • paraîtrede tweede druk • la seconde édition————————druk2♦voorbeelden:een drukke zaak • un commerce actifdruk aan het schrijven zijn • être très occupé à écrirehij is druk aan het werk • il travaille intensémenthij is erg druk • il est très affairéhij is erg druk • il ne tient pas en placehet was er erg druk • il y avait un monde foueen druk bezocht college • un cours très suivizich niet druk maken • ne pas s'en fairedruk praten • parler en gesticulantdie kinderen zijn te druk • ces enfants sont fatigants -
16 optreden
optreden1〈 het〉————————optreden22 [een functie vervullen (als)] servir (de)3 [zich voordoen] (ap)paraître4 [handelen] intervenir♦voorbeelden:voor het eerst optreden • faire ses débuts4 streng optreden tegen iemand • sévir contre qn.optreden tegen iemand • intervenir contre qn. -
17 strijd
♦voorbeelden:hevige/zware strijd • fierce battle/struggle/fighting, battle royalde strijd aanbinden met de vijand • engage the enemy (in battle)de strijd aanbinden tegen • enter upon a struggle against, struggle/fight againststrijd leveren • wage a fight, put up a fight/strugglede strijd volhouden • keep up the fight/struggletroepen in de strijd werpen • throw/fling troops into the frayin een strijd gewikkeld zijn • be involved in a fight/battlede strijd om het bestaan • the struggle for lifestrijd op leven en dood • a fight to the bitter endten strijde trekken (tegen) • go to/wage war againstgereed voor de strijd • ready for action/the fray2 innerlijke strijd • inner struggle/conflict4 in strijd met het fatsoen • in defiance of/contrary to decencyin strijd met het gezond verstand handelen • act contrary to common sensein strijd met de wet • against the lawmet elkaar in strijd zijn • conflict, be at variance; 〈 belangen ook〉 be antagonistic; 〈 beweringen ook〉 be contradictoryhet is in strijd met wat zij verleden week zei • it is inconsistent with/it conflicts with what she said last week -
18 juist
1 [algemeen] 〈 bijvoeglijk naamwoord〉 juste ⇒ 〈 goed bedacht〉 heureux 〈v.: heureuse〉 〈 bijwoord〉 justement♦voorbeelden:de juiste woorden weten te vinden • savoir trouver les mots qu'il fautiets juist concluderen • déduire qc. avec justessejuist oordelen • juger justementjuist handelen • bien agirdaarom juist • pour ça justementjuist op het moment dat • au moment précis où -
19 betreffen
♦voorbeelden:wanneer het vrienden betreft • where friends are concerneddit betreft jou • this concerns youwat mij betreft is het in orde • as far as I'm concerned it's all rightwat dat betreft (heb je gelijk) • as far as that is concerned, (you're right)wat betreft (je broer/voorstel 〈enz.〉) • with regard to (your brother/proposal 〈enz.〉)dit wat hen betreft, en nu wat betreft jullie • so much for them, and now you2 de eerste hoofdstukken betreffen de voorgeschiedenis • the first chapters concern the previous history〈formeel; voor brief/memo〉 Betreft: • Re: -
20 druk
druk1〈de〉1 [het duwen] pressure2 [stuwende kracht] pressure4 [oplage] edition♦voorbeelden:een druk op de knop is voldoende • just press the button2 zijwaartse/opwaartse druk • lateral/upwards pressurede druk verhogen (op), onder hogere druk zetten • increase the pressure (on)de druk verlagen • ease the pressureonder de druk der omstandigheden handelen • be forced by circumstances to do something(tweede,) onveranderde druk • second editionin druk verschijnen • appear in print————————druk24 [intensief] busy♦voorbeelden:een druk leven hebben • lead a busy lifehet druk hebben • be busyzich niet druk maken • remain calmII 〈 bijwoord〉1 [intensief] busily♦voorbeelden:druk bezig zijn (met iets) • be very busy (with/doing something)een druk bezocht college • a well-attended lecturehij is druk aan het werk • he is busy workingdruk in de weer zijn • be on the go, bustle (about)
См. также в других словарях:
Eastern Docklands — Oostelijk Havengebied Neighborhood of Amsterdam … Wikipedia
Hugo Pos — (Paramaribo, 28 de noviembre de 1913 Ámsterdam, 11 de noviembre de 2000) fue un abogado, escritor y poeta de origen judío nacido en Surinam. Contenido 1 Trayectoria 2 Poeta y escritor … Wikipedia Español
Thür — 1. A breite Thür herein ün a schmale heraus. (Jüd. deutsch. Warschau.) Von anscheinend lockenden Geschäften, die uns später viel Sorge machen. 2. An der Thür des vollen Gewölbes drängen sich Freunde und Verwandte, aber die kalte Küche ist leer. 3 … Deutsches Sprichwörter-Lexikon
Schweigen — 1. Besser geschwiegen als das Maul verbrannt. Holl.: Beter gezwegen, dan den mond verbrand. (Harrebomée, II, 96b.) 2. Besser schweigen als zu viel reden. – Schlechta, 1. »Es ist besser schweigen, als seine Gedanken offenbaren und hernach bitten:… … Deutsches Sprichwörter-Lexikon
Teun van Dijk — Teun Adrianus van Dijk (* 7. Mai 1943 in Naaldwijk, Niederlande) ist ein Sprachwissenschaftler und Rassismusforscher. Er arbeitet zurzeit an der Universität Pompeu Fabra in Barcelona. In Deutschland hatte er Einfluss auf die Rassismusforschung… … Deutsch Wikipedia
Luxembourgeois — « Francique luxembourgeois » redirige ici. Pour les autres significations, voir Francique. Luxembourgeois Lëtzebuergesch (Westmoselfränkisch) Parlée au Luxembourg, Belgique (Pays d Arlon, canton de Saint Vith) … Wikipédia en Français
Feind — 1. Als Feind kann ich viel schaden und als Freund viel nützen. – Eiselein, 165. 2. Arme Feind, arme Herren vnd Schmachwort verachtet kein weiser Mann. – Henisch, 1052. 3. Auch den kleinen Feind muss man nicht verachten. 4. Auch vom Feinde kann… … Deutsches Sprichwörter-Lexikon
Lothringisch (Fränkisch) — Gesprochen in Frankreich (Departement Moselle) Linguistische Klassifikation Indogermanisch Germanisch Westgermanisch Mitteldeutsch Westmitteldeutsch Rheinfränkisch/ … Deutsch Wikipedia